Bouwwerken worden in Nederland ontworpen om bestand te zijn tegen het optreden van windkracht 10-11 Beaufort. Op basis van dat uitgangspunt kan een bouwwerk gedurende de totale gebruiksperiode van 50 jaar onbelemmerd gebruikt worden. Dat is ook een goed uitgangspunt. Het zou maatschappelijk onaanvaardbaar zijn als we een gebouw zouden moeten ontruimen omdat het te hard waait.
Voor tijdelijke constructies (met een veel kortere gebruikstijd dan 50 jaar) kunnen we de veiligheid op een alternatieve wijze garanderen. Hierbij kunnen we denken aan evenementenconstructies en (zoals in het kader van deze richtlijn) aan bouwsels t.b.v. winterterrassen die gewenst zijn ten behoeve van de huidige coronamaatregelen.
Via de Richtlijn voor Constructieve Toetsingscriteria bij een aanvraag voor een Evenementenvergunning van het COBc wordt al geruime tijd gebruik gemaakt van deze alternatieve veiligheidsbenadering.
Uitgangspunt van de benadering is dat voor het ontwerp uitgegaan mag worden van een lagere windkracht dan volgens de rekenvoorschriften (de Eurocodes) vereist is.
Consequentie is wel dat er tijdens het gebruik van het bouwsel op moet worden toegezien dat de aangenomen windsnelheid niet overschreden wordt. Wanneer dit aan de orde is moeten er maatregelen genomen worden in de vorm van versterking van de constructie of ontruiming van het bouwwerk.
Deze procedure van monitoring en maatregelen moet vastgelegd zijn in de zgn. beheersmaatregelen, zoals ook in de Richtlijn Evenementen van het COBc is omschreven. Deze zelfde veiligheidsprocedure is nu ook toegepast in de Richtlijn Constructieve veiligheid Bouwsels i.h.k.v. Corona-maatregelen.
Uitgangspunt is dat een bouwsel bestand moet zijn tegen windkracht 6-8 Beaufort (afhankelijk van de locatie).Dit is gebaseerd op de afweging dat enerzijds deze windsnelheden wel af en toe kunnen optreden en dan beheersmaatregelen uitgevoerd zullen moeten worden maar dat anderzijds niet onnodig zwaar en dus duur geconstrueerd hoeft te worden.
Een vergelijkbare reductiemogelijkheid is in deze Richtlijn ook toegepast op sneeuwbelastingen.
Rotterdam, 9 oktober 2020
Dick Bezemer
Voorzitter COBc